ASL, heeft ten doel applicatiemanagement (applicatiebeheer) te professionaliseren.
Niet alleen binnen een organisatie, maar ook als uniformerende factor tussen verschillende
organisaties. ASL bestaat uit een framework van processen en een library van best
practices op het gebied van applicatiemanagement. Applicatiemanagement wordt hier
gezien in brede zin: het omvat alle processen en activiteiten die nodig zijn voor
het up-to-date houden van de functionaliteit en de werking van de applicatie (de
software) voor de levensduur van de ondersteunde bedrijfsprocessen.
In het framework worden 6 procesclusters onderscheiden:
- de beheerprocessen die er voor zorgen dat de applicaties dagelijks dat doen wat
ze moeten doen;
- de onderhouds/vernieuwingsprocessen, waar de applicaties worden aangepast naar
aanleiding van verstoringen en op basis van nieuwe eisen en wensen;
- de verbindende processen die o.a. de overdracht van dagelijks beheer naar onderhoud
en vice versa regelen;
- de sturende managementprocessen;
- de twee richtinggevende procesclusters waarin enerzijds de strategie ten aanzien
van de ondersteuning van de bedrijfsprocessen door ICT wordt bepaald en anderzijds
de toekomstvisie van de ICT serviceorganisatie zelf.
In de visie van ASL richt applicatiebeheer zich op het ondersteunen van de bedrijfsprocessen
door informatiesystemen voor de levensduur van deze bedrijfsprocessen.
In deze definitie zijn twee gezichtspunten te onderkennen. Het eerste is het perspectief
van 'het ondersteunen van de bedrijfsprocessen door informatiesystemen'. Dit betekent
het in de lucht houden van de applicaties, en zorgen dat deze de dagelijkse werkzaamheden
van een organisatie ondersteunen. Dus continue dienstverlening op basis van goede
afspraken over de service levels, een zo spoedig mogelijk herstel van de afgesproken
service levels bij de constatering van een afwijking, het voorkómen van verstoringen
en het mogelijk maken van nieuwe diensten door hier als ICT-dienstverlener tijdig
op in te spelen. De focus is dus dienstverlening, de service die geleverd wordt en
die (samen met infrastructuurmanagement) het gebruik van applicaties mogelijk maakt.
In de omvang van dienstverlening praat men in de regel over een percentage van 10
à 20% van het totale applicatiebeheer. Het gaat hier veelal om processen die bekend
zijn vanuit ITIL, de servicemanagementprocessen.
Het tweede gezichtspunt betreft 'de levensduur van de bedrijfsprocessen'. Organisaties
evolueren, omgeving en markt veranderen. Om optimaal te kunnen blijven functioneren
moeten de ondersteunende informatiesystemen dus mee groeien. Dit behelst een aanpassing
van de applicaties aan huidige en toekomstige technische en functionele wensen. De
applicatiegerichte processen vormen in de regel het overgrote deel van de kosten
voor applicatiebeheer.
ASL gaat dus niet alleen over de dienstverlenende processen maar ook over de interne
processen die leiden tot de aan de klant aan te bieden producten. Daarmee is de scope
op dit gebied breder dan die van ITIL.
In de praktijk zijn de volgende problemen maar al te vaak aan de orde:
- Applicaties groeien niet tijdig mee met de bedrijfsprocessen
- De hoge kosten van applicatiebeheer kunnen niet verantwoord worden en de kosten
zijn niet voorspelbaar
- Gebrekkige kwaliteit van applicaties leidt tot problemen in de bedrijfsprocessen
- De kloof tussen de verschillende beheerdomeinen en die met applicatieontwikkeling
leidt tot performance en/of continuïteitsproblemen
- Er is te weinig inzicht in problemen op gebied van applicatiebeheer
- Beheerpartijen begrijpen elkaar niet omdat ze een andere taal spreken.
Om dergelijke problemen op te lossen is ASL, de Application Services Library ontwikkeld.
1. Beheer
In principe is dit de cluster van processen, waar het vooral om gaat, vanuit het
gezichtspunt van de klant. Applicaties zijn er om te gebruiken. De beheerprocessen
zijn de processen, die zorgen voor een optimale inzet van de huidige in gebruik zijnde
applicaties ter ondersteuning van het bedrijfsproces, met een minimum aan middelen
en verstoring in de operatie.
De beheerprocessen zijn: incidentbeheer, configuratiebeheer, beschikbaarheidsbeheer,
capaciteitsbeheer en continuïteitsbeheer.
2. Onderhoud en vernieuwing
Bedrijfsprocessen van organisaties veranderen. Omdat informatiesystemen nauwe relaties
hebben met die bedrijfsprocessen, zullen applicaties mee moeten veranderen om optimaal
bruikbaar te zijn. De onderhouds-/vernieuwingsprocessen zorgen ervoor dat de applicaties
aangepast worden aan nieuwe wensen en eisen als gevolg van veranderingen in de organisatie
en haar omgeving. In de gegevensmodellen, de programmatuur en de documentatie worden
de noodzakelijke bijstellingen aangebracht.
De onderhoudprocessen zijn: impactanalyse, ontwerp, realisatie, testen en implementatie.
3. Verbindende processen
Deze processen regelen o.a. het samenstellen van releases op basis van op te lossen
incidenten en wijzigingsverzoeken, en de overdracht van de aan te passen software-items
naar de diverse ontwikkel- en testomgevingen en terug naar productie.
De verbindende processen zijn wijzigingenbeheer en programmabeheer en -distributie.
4. Sturende processen
De beheer- en onderhoudsactiviteiten moeten gestuurd worden, liefst in relatie met
elkaar. Deze sturende processen verzorgen de gezamenlijke aansturing van de operationele
processen voor zowel beheer als onderhoud/vernieuwing. Daarnaast worden deze processen
gevoed door de richitnggevende clusters die de beleidsmatige input verzorgen. Zowel
het richtinggevende als het uitvoerende niveau voeden de managementprocessen en vice
versa. Daardoor zijn zowel de toekomst als de dagelijkse realiteit verankerd in deze
processen.
De sturende processen zijn: planning en control, kostenmanagement, kwaliteitsmanagement
en service level management.
5. Applications Cycle Management
De ervaring leert dat applicaties veel langer bestaan, dan men vroeger verwachtte.
Ook is gebleken dat grootschalige nieuwbouwtrajecten zeer moeizaam verlopen en in
veel gevallen niet meer afgerond worden. Hieruit kan worden geconcludeerd dat niet
alleen de kwaliteit van applicaties essentieel is, maar ook het hebben van toekomstscenario’s.
Applications Cycle Management (ACM) is de cluster van processen, die zorgen voor
de vormgeving van een lange termijnstrategie voor de verschillende applicaties en
het geheel van de informatievoorziening van een gebruikers-/klantorganisatie, in
relatie tot het lange termijnbeleid van deze organisatie. In deze cluster van processen
staat dus de gebruikersorganisatie centraal.
De ACM-processen zijn (er zijn geen formele nederlandse termen voor): customer organization
strategy, customer environment strategy, ICT developments strategy, ict portfolio
management, life cycle management.
6. Organization Cycle Management
Applicatiebeheerorganisaties denken in de praktijk nog steeds relatief weinig na
over de toekomst, de diensten die zij wensen te gaan leveren en de partnerships die
nodig zijn om het geheel aan gewenste dienstverlening aan de klanten te leveren.
Organization Cycle Management (OCM) is de cluster van processen die zich richten
op de ontwikkeling van een toekomstvisie van de IT-serviceorganisatie en de vertaling
van die visie naar beleid voor innovatie van de dienstverlening van de IT-serviceorganisatie.
De OCM-processen zijn: market definition, account definition, skills definition,
technology definition en service delivery definition.
Bij de publicaties is een aantal artikelen te downloaden waar u meer kunt lezen over
ASL. Zowel over het model zelf als over de relaties met BiSL en ITIL enerzijds en
andere modellen als CMMI, ISO 9001:2000 en INK anderzijds.
Er zijn enkele boeken verkrijgbaar over ASL, zie onder andere de links.
Een hele korte samenvatting van ASL 1 is te vinden op een “placemat” die hier te
downloaden is. Een placemat over ASL2 kan hier worden opgehaald. Een langere samenvatting
van ASL2 is hier te vinden.
Copyright © 2010 Maise. Alle rechten voorbehouden.
Naast de veranderingen in de procesnamen springt het meeste in het oog dat er twee
nieuwe processen zijn toegevoegd die alles te maken hebben met het aansturen van
onderaannemers, die mede het resultaat van de dienstverlening aan de afnemers bepalen.
Omdat dit een van die belangrijke ontwikkelingen van de laatste tijd is, is het toevoegen
van deze processen een belangrijke verbetering in ASL.
Andere veranderingen die duidelijk merkbaar zijn:
- De beschrijving van het framework in het basisboek van Remko van der Pols is meer
volwassen geworden. Het is duidelijker waarom het model en de processen eruit zien
zoals ze eruit zien.
- Het boek is wat meer toegeschreven naar de managers. Er staat meer achtergrondinformatie
in over de keuzes.
- Er is meer aandacht besteed aan de sturende processen, deze zijn ook het meest
ingrijpend veranderd.
- Er staan meer voorbeelden in het boek.
- Er is duidelijk gestreefd naar een consistentere aansluiting op het BiSL model.
- De opsommingen van de activiteiten, resultaten en relaties per proces zijn uitgebreider
en consistenter.
- Applicatiebeheer wordt nu aangeduid met de minder verwarrende term applicatiemanagement.
De voorbeelden in het boek zijn helaas niet altijd even helder. De aansluiting op
BiSL is uitgebreider beschreven dan in ASL 1, maar toch wordt een aantal zaken niet
duidelijk, zoals bijvoorbeeld het wijzigingenproces.
Het blijft taaie stof die niet in het meest toegankelijke Nederlands is beschreven.
Wat dat betreft is er niet veel verandering ten opzichte van ASL 1. Maar doordat
er meer voorbeelden in staan en de procesbeschrijvingen wat consistenter en uitgebreider
zijn geeft het boek toch (nog) meer houvast.
Sinds mei 2009 is ASL 2 op de markt. Dit is een aangepaste versie van het ASL-framework,
wederom beschreven door Remko van der Pols. In ASL 2 zijn onder andere de processen
iets anders dan in ASL 1. Hier een overzicht:
1. Beheer
Gebruiksondersteuning (was incidentbeheer), configuratiebeheer, operationele ICT-sturing
(was beschikbaarheidsbeheer+ capaciteitsbeheer) en continuïteitsbeheer.
2. Onderhoud en vernieuwing
Nog steeds: impactanalyse, ontwerp, realisatie, testen en implementatie.
3. Verbindende processen
Dit blijven wijzigingenbeheer en programmabeheer en distributie.
4. Sturende processen
Contractmanagement (was service level management), planning en control, financieel
management (was kostenmanagement) kwaliteitsmanagement en leveranciersmanagement
(nieuw).
5. Applications Cycle Management
Customer organizations strategy (een s toegevoegd), customer environment strategy,
ICT developments strategy, application portfolio management (was ict portfolio management)
en application life cycle management (application aan de naam toegevoegd).
6. Organization Cycle Management
Market & account definition (samenvoeging van account definition en market defintion),
capbilities definition (was skills definition), technology definition, supplier definition
(nieuw) en service delivery definition.
Mensen kunnen zich individueel certificeren voor ASL door het APMG-examen ASL Foundation
af te leggen.
Trainingsorganisaties kunnen door APMG worden geaccrediteerd voor het geven van ASL
Foundation trainingen.
Organisaties kunnen zich certificeren voor ASL door te voldoen aan de norm NEN 3434:2007
voor applicatiemanagement.
De zes clusters van ASL 1
Andere veranderingen in ASL 2